• Literaire prijzen
  • Zoek een boek
  • Info-pagina's



Reina Prinsen Geerligs-prijs

Van 1946 tot en met 1979 uitgereikte prijs, om de herinnering aan de in de oorlog omgekomen Reina Prinsen Geerligs (1922-1943) levend te houden. De prijs werd middels een prijsvraag toegekend aan een jonge letterkundige tussen de twintig en vijfentwintig jaar oud.

1947 Reve, Simon van het, De avonden

1948 Bouhuys, Mies, Ariadne op Naxos

1949 Witkampf, Willem, Het kanon

1950 Blokker, Jan, Séjour

1951 Mulisch, Harry, Archibald Strohalm

1952 Stempels, Kees, De glazen bol

1953 Campert, Remco, Berchtesgaden

1953 Warmond, Ellen, Proeftuin

1954 Meijer, Henk, Consternatie

1955 Klooster, W.G., Zonder het genadige einde

1956 Pendèl, Winny, Ik ga weg, tot ziens

1959 Bernlef, J., Kokkels

1960 Hoek, A.P. van, Duitsland nu

1961 Gestel, Peter van, Vier verhalen

1962 Membrecht, Steven, Het einde komt vanzelf

1964 Holierhoek, Kees, Slow-quick-quick-slow

1965 Kerkwijk, Henk van, Geweer met terugslag

1967 Vliet, Eddy van, Duel

1968 Vlek, Hans, Een warm hemd voor de winter

1970 Berg, Arie van den, Mijn broertje kende nog geen kroos

1972 Otten, Willem Jan, Een zwaluw vol zaagsel

1973 Kusters, Frans, Jouw goedheid

1976 T'Hooft, Jotie, Junkieverdriet

1976 Jong, Oek de, De handen van Moeskops

1979 Winter, Leon de, De (ver)wording van de jongere Dürer



© 2009 Antiqbook