Proloog

Literair tijdschrift, uitgegeven tussen 1945 en 1947 door uitgeverij Contact.

Een bijdrage van Menno Voskuil

Een cultureel en literair tijdschrift van de jongere generatie. De generatie die volwassen was geworden in de oorlogsjaren en na de Tweede Wereldoorlog, in een nieuw tijdperk, het literaire podium zou gaan bestormen. Proloog werd in november 1945 opgericht om deze generatie een platform te bieden. De aanzet voor het tijdschrift werd nog tijdens de oorlog gegeven door Max Schuchart, die zich echter nog voor het verschijnen van het eerste nummer terugtrok (maar later wel in Proloog zou publiceren). De redactie van het eerste uur zou uiteindelijk gevormd worden door Kees Lekkerkerker, H.J. Scheepmaker en Jan Spierdijk.
De doelstelling van Proloog was vooral pragmatisch van aard, niet ideologisch. De redactie laat hierover in de inleiding tot het tijdschrift geen onduidelijkheid bestaan: “Van een eenheid van opvattingen ten aanzien van de kunst en haar richtingen zal zeker vooralsnog geen sprake zijn. En waarom zou men dit ook als eisch willen stellen aan schrijvers, die door hun karakter, temperament en aanleg sterk verschillen en (…) ook sterk verschillen moeten?” Men koestert zelfs een duidelijke afkeer tegen het propageren van nieuwe stijlidealen: “Reeds te vaak heeft men in ons land jonge schrijvers willen vangen met oude en nieuwe ‘ismen’ (…) en belangrijke bijdragen geweigerd, omdat zij niet aan bepaalde beginselen beantwoordden.” Proloog stond daarentegen open voor nieuwe stijlen en ideeën en stimuleerde literaire experimenten.

Parallel aan het tijdschrift zette uitgeverij Contact de Proloog-reeks op, een reeks waarin werk van jonge auteurs een plaats kon krijgen. Tussen 1945 en 1947 verschenen er zeven delen in de Proloog-reeks, waaronder de eerste uitgave van Het achterhuis, het later beroemd geworden dagboek van Anne Frank!

Van de jonge auteurs die in het tijdschrift Proloog publiceerden zou Willem Frederik Hermans (1921-1995) zonder de twijfel de grootste roem vergaren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog begon hij aan een studie fysische geografie, die hij wegens het weigeren de zogenaamde loyaliteitsverklaring – “zich te onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk gerichte handeling” – te tekenen tijdelijk moest onderbreken. Vanaf de jaren vijftig werkte hij een kleine twintig jaar als wetenschapper aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bekend werd hij echter uiteraard vooral als schrijver. Hermans’ verdiensten als romancier bezorgden hem als een van “De Grote Drie” (naast Reve en Mulisch) een prominente plaats in de canon van de Nederlandse literatuur.
Zowel zijn oorlogservaringen als zijn academische leven zouden stof leveren voor enkele van zijn grote romans, waaronder De tranen der acacia’s en Onder professoren. Hermans zette zijn eerste stappen in de literaire wereld echter met het schrijven van poëzie. Zijn eerste publicatie was dan ook een gedichtenbundel: het in 1944 in een oplage van slechts 30 exemplaren uitgegeven Kussen door een rag van woorden. Pas in 2000 zou Hermans’ debuut onder deze titel worden herdrukt.

Zijn eerste roman, Conserve, schreef Hermans volgens eigen opgave in de zomer van 1943, d.w.z. direct na de gedwongen onderbreking van zijn studie. In Proloog nummer 8 (juni 1946) verscheen het vijftiende hoofdstuk van deze roman als voorpublicatie. Een jaar later zou Conserve worden uitgegeven bij Salm, W.L.h te Amsterdam. De roman handelt over de bizarre lotgevallen van een mormoonse familie en een door enkele onwaarschijnlijke omzwervingen in het mormoonse milieu terechtgekomen oorspronkelijk Indiaanse arts. In deze setting passeert een wagonlading controversiële thema’s de revue: incest, drugsverslaving, uitbuiting, moord en zelfs necrofilie!
De voorpublicatie is met name interessant omdat deze het dichtst bij de oerversie van de roman komt. Een belangrijk aspect van Hermans’ schrijverschap was namelijk dat hij zijn werken ook na publicatie (soms grondig) placht te herzien. In het geval van Conserve deed hij dit in 1957. Het in Proloog afgedrukte hoofdstuk wijkt dan ook sterk af van latere uitgaven.

Een andere auteur die een prominente plaats in Proloog toebedeeld kreeg, was Jan Slauerhoff. De reeds in 1936 overleden dichter behoorde echter bepaald niet tot de “jonge generatie” aan wier werk het tijschrift zich toch in hoofdzaak wijdde: Slauerhoff was weliswaar jong gestorven (hij was 38 jaar oud toen hij overleed aan een verwaarloosde tuberculose), maar zijn werk werd tijdens zijn leven al gerekend tot de top van de Nederlandse literatuur.
Het Slauerhoff-nummer (Proloog nummer 10/11) is dan ook zonder twijfel ontstaan door toedoen van redactielid Kees Lekkerkerker, pleitbezorger van Slauerhoffs werk en beheerder van diens literaire nalatenschap. Na de dood van Slauerhoff kwam zijn persoonlijk archief in handen van Lekkerkerker, die onder meer op basis hiervan Slauerhoffs verzamelde werken zou bezorgen. In dit themanummer van Proloog werd een aantal onvoltooide gedichten en prozaschetsen uit dit archief gepubliceerd.

Aan het einde van de eerste jaargang constateerden de redactieleden dat het open beleid dat men gevoerd had tot een gebrek aan identiteit leidde. Om zich als literair tijdschrift te onderscheiden achtte de redactie het daarom noodzakelijk scherper omlijnde eisen te stellen aan stijl, vorm en inhoud. De beginselen waaraan bijdragen voortaan zouden moeten voldoen, werden in het decembernummer van 1946 gepresenteerd onder de kop Nieuw Beleid
“Wij willen in de eerste plaats komen tot een door eruditie gesteunde experimenteele literatuur, die zich openbaart in een directen en suggestieven stijl. Het psychologische element van het proza moet dienen tot verheviging en motiveering van de handeling en mag geen aanleiding geven tot uitgesponnen beschrijvingskunst. De poëzie zal gekenmerkt worden door een meer gedifferentieerden versbouw en oorspronkelijker rijmen en rhythmen.”
Het nieuwe kader kreeg helaas weinig kans om nieuw elan te scheppen, want in februari 1947 hield Proloog op te bestaan, overigens zonder enige aankondiging hiervan in het laatste nummer, dat in de genoemde maand uitkwam. Wel verscheen in Vrij Nederland het bericht dat Proloog net als Columbus op zou gaan in Podium, maar uiteindelijk zouden alleen de laatste twee samen verder gaan. Het interessante, experimentele, maar helaas nooit helemaal uit de verf gekomen Proloog stierf een stille dood.

Literatuur:
Bakker, Siem, Literaire tijdschriften. Van 1885 tot heden. (Amsterdam, De Arbeiderspers, 1985).
Johnson, W.J. (ed.), Oxford Dictionary of Hinduism. (Oxford, Oxford University Press, 2009).

Per jaargang van Proloog staan hieronder de belangrijkste auteurs en hun bijdragen aan het tijdschrift weergegeven. De cijfers tussen haakjes achter de bijdragen verwijzen naar de desbetreffende aflevering uit de jaargang.

Proloog, eerste jaargang, 1945-1946

Aafjes, Bertus
- In het rampjaar (1)
- Eerste voorjaarsdag (3)
- Friesche draverij (7)
- Gedichten (8)

Aken, Piet van
- De zoon van den eenzame (4)

Brandt, Willem
- De doodenvallei (3)
- Slauerhoff en het Oosten (10/11)

Decorte, Bert
- Ik hoop dat… (2)

D’Haese, Jan
- J. Slauerhoff (10/11)

Donker, Anthonie
- Laatst bezoek (10/11)

Dubois, Pierre H.
- Slauerhoff en de zin der literatuur (10/11)

Gomperts, H.A.
- De moderne Prometheus (7)

Graft, Guillaume van der
- Notities over Slauerhoff (10/11)

Hermans, Willem Frederik
- Conserve (8)
- Slauerhoff en het verleden (10/11)

Hoornik, Ed.
- In memoriam J. Slauerhoff (10/11)

Jonckheere, Karel
- Feniks (10/11)

Klant, J.J.
- Tirannie (8)

Klinkenbijl, Cor
- Gedichten (2)

Landheer, Jo
- In memoriam J. Slauerhoff (10/11)

Langen, Ferdinand
- Slauerhoff en de tijd (10/11)

Lehmann, L.Th.
- Tien jaar na Slauerhoffs dood (10/11)
- Slauerhoff (10/11)

Majorick, Bernard
- Picasso (12)

Michaelis, Hanny
- Gedichten (2)
- Gedichten (6)

Molen, W.J. van der
- Gedichten (1)

Morriën, Adriaan
- Zondagmorgen in Holland (1, 2)

Nijlen, Jan van
- In memoriam J. Slauerhoff (10/11)

Prins, Jan
- In memoriam J. Slauerhoff (10/11)

Redeker, Hans
- Over woord en cijfer (2)
- Over kunst en ethiek (5)
- De dansende mensch (6)
- De radio in ons leven (7)
- De inflatie van het woord (9)

Roland Holst, A.
- In memoriam J. Slauerhoff (10/11)

Schuchart, Max
- Gedichten (2)
- Slauerhoffs verhalen (10/11)
- Drie gedichten (12)
- Twee getuigenissen (12)

Schuur, Koos
- Gedichten (1)

Slauerhoff, J.
- Onvoltooide gedichten (10/11)
- Fragmenten uit een onvoltooid prozawerk (10/11)
- In memoriam mijzelf (10/11)

Spierdijk, Jan
- Théodore, nar (1, 2)
- Gedichten (3)

Straten, Hans van
- Slauerhoff (10/11)

Terduyn, Eric
- Bij een averechtse herdenking van E. du Perron (1)

Tex, E. den
- Het jaar Job (5, 6)
- Verborgen standbeeld (11)

Varangot, Victor
- De atoombom wijst den weg (2)
- Heimwee naar het Westen (3)
- Waarom romans? (3)
- Cryptomnese of synthetische poëzie (4)
- Prozaïsch noctuaal (5, 6, 7)
- Anonymiteit (7)
- Over poëten en poëtessen (7)
- Tusschen short story en roman (8, 9)

Voeten, Bert
- Gedichten (1)
- Komen en gaan (5)
- Bij den tienden sterfdag van Jan Jacob Slauerhof (10/11)
- Drie gedichten (12)

Proloog, tweede jaargang, 1947

Marja, A.
- De hemel en het roosje (1)
- De gespecialiseerde Faust (2)
- Niet snerpend, maar dof en verward (2)

Reijnders, Karel
- Hink-stap-sprong (2)

Schuchart, Max
- Militant schrijverschap (1)

Varangot, Victor
- Bordewijk (1)

Voeten, Bert
- Gedicht (1)