Nederland in de zeventiende eeuw
De gouden eeuwIn de zeventiende eeuw was Nederland een van de machtigste landen ter wereld. De Nederlandse handel bloeide wereldwijd en de cultuur bloeide als nooit tevoren. De Vereenigde Oostindische Compagnie had vrijwel het monopolie op de handel met Azië en was de eerste multinational. Onze schilderkunst was ook overal vermaard. Rembrandt en Vermeer zijn beroemde meesters uit die tijd. Een overzicht van enkele werken over de Gouden Eeuw.
Wie zich wil verdiepen in de taal van de zeventiende eeuw, vindt in A. Weijnen's Zeventiende-eeuwse taal een standaardwerk. Verder is onmisbaar het zeer uitvoerige, driedelige werk Zeventiende-eeuwsche syntaxis, van G.S. Overdiep
Misschien wel het beroemdste werk dat door een Nederlands historicus is geschreven over de Gouden Eeuw, is het werk van Johan Huizinga: Nederlandse beschaving in de zeventiende eeuw/a>. Het is op punten verouderd, net als het vermaarde werk dat Huizinga wereldfaam gaf: Herfsttij der Middeleeuwen, maar de vertelkunst van Huizinga maakt het nog steeds tot een indringend en zeer boeiend portret van de zeventiende eeuw.
Minder bekend, maar niet minder interessant is het meesterwerk van Conrad Busken Huet: Het land van Rembrand, Studies over de Noordnederlandse beschaving in de zeventiende eeuw. Het is een lijvig boek dat antiquarisch ruim voorhanden is. Het belang van dit werk zit hem erin, dat Busken Huet zijn tijd sterk vooruit was: hij schreef cultuurgeschiedenis terwijl dat genre pas veel later, met name onder de reeds genoemde Johan Huizinga tot bloei kwam. Zijn insteek is daarbij scherpzinnig en kritisch. Het belangrijkste deel van zijn boek gaat over de periode 1572-1715. Met fascinatie en oog voor detail beschrijft hij alle gebieden waarop een heuse explosie van creatieve kracht zich voordeed, en die Nederland zo’n vooraanstaande positie in de wereld gaven: de handel, kunst, letteren, wetenschap en krijgkunde.
De bekende historicus Simon Schama schreef ook een lijvig cultuurhistorisch werk over de
zeventiende eeuw:
Overvloed en onbehagen, De Nederlandse cultuur in de Gouden Eeuw.
De Nederlandse schilderkunst nam een grote vlucht in de zeventiende eeuw. Naast Vermeer en Rembrandt waren er vele andere beroemde en succesvolle schilders. Velen wisten een goede balans tussen kunstzinnigheid en commercialiteit te vinden, al was Rembrandt daarvan gedurende lange tijd wel het bekendste voorbeeld. Het standaardwerk over de beeldende kunst uit de beginperiode van de Gouden Eeuw is Dawn of the Golden Age, Northern Netherlandish Art 1580-1620, dat met ruim duizend afbeeldingen rijk geïllustreerd is.
Een goed overzichtswerk is verder Gottfried Lindemann's De gouden eeuw van onze schilderkunst en Edith E.A. Greindl's De zeventiende eeuw: De Gouden Eeuw van de Vlaamse schilderkunst. Ook Frans Grijzenhout en H. van Veen De gouden eeuw in perspectief, Het beeld van de Nederlandse zeventiendse-eeuwse schilderkunst in latere tijd. Dit werk is zeer interessant doordat het de receptie en wisselende waardering voor de Nederlandse schilderkunst in latere tijden behandelt.
Specifiek op de beeldhouwkunst gericht is E. Neurdenburg's De zeventiende eeuwsche beeldhouwkunst in de noordelijke Nederlanden, Hendrick de Keyser, Artus Quellinus, Rombout Verhulst en tijdgenooten.
Een aardig boek dat een heel divers beeld geeft van de Gouden Eeuw aan de hand van vele kunstbronnen is: J. Giltaij en R. de Leeuw's Het Gouden Eeuw Boek.
Nog een laatste tip: Maarten Prak's Gouden Eeuw, Het Raadsel van de Republiek. Dit is een wat meer helder en toegankelijk geschreven geschiedenis van de zeventiende eeuw, dat op boeiende wijze aantoont hoe de Republiek der Nederlanden zich zo kon ontwikkelen. Ook aardig aan dit boek is dat het goed het belangrijkste historische onderzoek van de laatste tientallen jaren samenvat.