Kampverhalen
Velen hebben over hun ervaringen gedurende de Tweede Wereldoorlog geschreven. Een van de meest aangrijpende van dergelijke publicaties is Het Achterhuis van Anne Frank, die op een haar na de oorlog niet heeft overleefd. In deze selectie ligt de nadruk op verslagen van concentratiekampgevangenen en van hen, die door de bezetter in de gevangenis werden vastgezet. Meer dan menig geschiedenisboek maken zijn duidelijk, hoe de verschrikkingen zijn geweest in de kampen en schetsen zij een beeld van het dagelijks leven in het kamp. Hoewel, leven….het is maar wat iemand daaronder verstaat, als alle waardigheid een mens ontnomen wordt.
Een van de meest indrukwekkende boeken, waarin een voormalig gevangene over zijn tijd in een concentratiekamp verhaalt, is zonder twijfel Anus Mundi van Wieslaw Kielar. Een titel die geen vertaling behoeft en misschien wel de meest treffende omschrijving is van de hel van Auschwitz-Birkenau, waar Kielar als gevangene nummer 290 vijf jaar verbleef. En overleefde. Kielar was onder meer lijkendrager, blokoudste, schrijver en verpleger. Het duurde lang voordat hij de kracht en het vermogen tot afstand vond om zijn herinneringen te boekstaven. Het resultaat is echter een ongelofelijk indrukwekkend document, dat niet alleen van groot historisch belang is, maar ook opvalt door de eerlijke en genuanceerde wijze waarop het is opgetekend. Kielar vertelt open over wat het kampleven met een mens doet, zonder ook zichzelf daarbij te sparen.
Zo weinig dagen heeft een mensenleven. En nog verlang je er hier naar, dat ze vlugger voorbij zullen gaan, vlugger, zo vlug mogelijk. De tijd, vluchtig, niet te vangen, die je voortdurend bloed aftapt, is hier je vriend. Hoe merkwaardig is dat! Aldus een citaat uit het befaamde relaas Met de strop om de nek van Julius Fucik. Dat voor het eerst verscheen in 1948. De auteur was lid van de Communistische Partij in het toenmalige Tjechoslowakije en onder meer hoofdredacteur van het partijblad en lid van het partijbestuur. Zodoende was zijn leven voortdurend in gevaar. In 1942 viel hij in handen van de Gestapo en belandde in een gevangenis, waar hij werd gemarteld en ter dood gebracht. Zijn aantekingen die hij in de cel maakte, konden de gevangenis worden uitgesmokkeld. Na de oorlog werden zijn gepubliceerd, wat tot een enorme wereldwijde belangstelling leidde.
Floris B. Bakels belandde vanwege zijn verzetswerk in gevangenschap: hij overleefde meerdere gevangenissen en kampen, waaronder Amersfoort en het beruchte concentratiekamp Dachau. Na de oorlog legde hij zich er op toe de mensen alert te maken op het gevaar van totalitaire regimes. Hij schreef meerdere boeken over zijn oorlogservaringen, maar zijn hoofdwerk is Nacht und Nebel, Mijn verhaal uit Duitse gevangenissen en concentratiekampen. Dit boek verscheen voor het eerst in 1977, maar al in 1947 had Bakels een kleiner werkje uitgegeven over zijn oorlogstijd: Verbeelding als wapen, een titel waarmee hij wilde aangeven dat verbeelding de belangrijkste manier om te overleven is in een kamp. Het houdt de hoop levend. Over hoe hij, volkomen uitgeput en verzwakt, na de oorlog weer naar Nederland terugkomt, beschreef Bakels in Dertien dagen in mei. Verder verscheen onder meer nog van zijn hand Uitzicht, De lessen van Nacht und Nebel.
Minder bekend, maar daarom zeker niet minder interessant en belangwekkend, is het dagboek dat de jonge David Koker bijhield tijdens zijn gevangenschap in het Judendurchgangslager Vught. Krap een jaar (februari 1943-februari 1944) maakte hij consciëntieuze aantekeningen in zijn dagboek, dat integraal uit het kamp kon worden gesmokkeld. Het interessante ervan is mede, dat het geschreven is door weer een heel andere persoonlijkheid dan Kielar of Bakels Koker is meer introvert. Door het lezen vanuit verschillende perspectieven dringt echter de harde werkelijkheid van het genadeloze kampleven zich pas echt goed aan de lezer op.
Enkele andere titels: Dick Walda's Trompettist in Auschwitz, Taecke J. Botke's Het Revier, Concentratiekamp-mémoires, J. Hemelrijk's Er is een weg naar de vrijheid, Zeven maanden concentratiekamp en J. Spier (O)(1900-1978), Dat alles heeft mijn Oog gezien, Herinneringen aan het concentratiekamp Theresienstadt 1942-1945.