Wiskunde en getallen
Heeft u een talen- of wiskundeknobbel? Bent u alfa of bčta? Veel mensen lijken duidelijk meer aanleg voor talen en sociale vakken te hebben dan voor de exacte kant. Wat echter voor velen ook de exacte vakken niet aantrekkelijk maakte, was het wat koele en saaie imago dat deze aankleefde. Jammer, want met een beetje gecijferdheid kom je al behoorlijk ver in het dagelijks leven. Hier volgt een selectie van intrigerende boeken over de wiskunde, de basis voor de exacte wetenschap.
Van dezelfde uitgever als het succesvolle De wereld van Sofie¸ waarin Jostein Gaarder op zeer toegankelijke
wijze allerlei basisbegrippen en personen uit de filosofie uitlegde, verscheen
De stelling van de papegaai,
roman over de geschiedenis van de wiskunde, van Denis Guedj. Een roman waaraan u weliswaar niet al te veel
literaire pretenties moet koppelen, maar die zijn grote waarde bewijst door de heldere en fascinerende wijze,
waarop het langzaam de geschiedenis van de wiskunde ontvouwt. Een mooi begin om eens wat meer te weten te
komen over al die (vaak al te menselijke) personen die de wiskunde hebben opgebouwd. Geschikt voor jong en oud!
John McLeish is een auteur die met zijn originele boek
Het getal, Van kleitablet tot computer wil aantonen dat er helemaal geen onderscheid tussen
taal- en wiskundeknobbels bestaat. Hij beweert dat je eerder een onderscheid kunt maken tussen goed en slecht
wiskundeonderwijs. Wel, een ding is zeker: wie McLeish als leraar zou kunnen hebben, zou dit beslist hebben beaamd.
Zijn geschiedenis van het getal leest als een trein en toont aan de hand van vele anekdotes aan, hoe het getal
gedurende vele eeuwen een cruciale rol heeft gespeeld in het dagelijks leven. Ook wordt het duidelijk hoezeer
Europa eeuwenlang een ondergeschikte rol speelde in de ontwikkeling van het mathematisch denken.
De befaamde driehoek van Pascal blijkt zo bijvoorbeeld eigenlijk een vinding van Chinese, Indiase
en Sumerische geleerden.
In zijn zo treffend getitelde boekje
Ongecijferdheid bespreekt John Allen Paulos de nadelen en effecten van
wiskundige ongecijferdheid. Hij doet op vaak zeer komische en ironische wijze. Vaak centraal staan in zijn boek
de verschillende wijze waarop in het dagelijks leven misbruik wordt gemaakt van ongecijferdheid: aandelenzwendel,
verkiezingsfraude, vele zogenaamd paranormale verschijnselen en zelfs seksediscriminatie.
Ooit gehoord van de getallen van Fibbonaci? Of altijd al meer willen weten van de geschiedenis van de voorloper van onze rekenmachine: het telraam? In Wiskundige capriolen van Jerome S. Meyer, wordt de achtergrond van deze fenomenen uit de doeken gedaan. En vooral ook vertelt het boek van vele andere opvallende en merkwaardige zaken uit de geschiedenis van de wiskunde. Erg leuk voor wiskundig georiënteerde puzzelaars!
P. Odifreddi doet een bewonderenswaardige poging om, tegen de versnippering van de huidige wiskunde in, een totaalbeeld te schetsen van haar ontwikkeling in de twintigste eeuw. Lees en huiver in Geschiedenis van de wiskunde in de twintigste eeuw, Van verzamelingen tot complexiteit.
Over wat de wiskunde in de dagelijkse praktijk en in de cultuur betekent, gaat
Een cultuurgeschiedenis van de wiskunde door een redactie van onder meer Machiel Keestra,
Albert Grootendorst en Tom H. Koornwinder.
Een laatste tip: Dan Pedoe’s
De speelse Wiskunde maakt zijn titel helemaal waar, al is het alweer bijna een halve eeuw geleden
verschenen. Een luchtige benadering van allerlei wiskundige problemen blijkt echter nog steeds een
boeiend boek op te leveren.
Een ander interessant, maar wat ouder boek:
De consequenties van 1 + 1: wiskunde ook voor u.