Verboden en omstreden boeken
Johann Wolfgang von Goethe
Het lijden van de jonge Werther: In 1774 verscheen Das Leiden des jungen Werthers van Goethe. Hij had het in enkele weken geschreven, maar het zou hem blijvende bekendheid geven. Het verhaal over de romantische dweper Werther, die zelfmoord pleegt als hij zijn heftig begeerde liefde Lotte niet kan krijgen, sloeg enorm aan: in heel Europa werd het met gretigheid gelezen door romantische jongemannen, die zich in navolging van de hoofdpersoon Werther in het blauw en geel kleedden en zelfs soms zelfmoord pleegden. Er ging een ware golf door Europa. Overal werd het boek verboden, omdat men het als zedeloos en losbandig beschouwde.
Stendhal
Stendhal was een bewonderaar van Napoleon. Dit is belangrijk om te weten als men kijkt naar zijn hoofdwerk Le rouge et le noir, in het Nederlands vertaald als Rood en zwart. Het boek beschrijft namelijk aan de hand van het leven van een ter dood veroordeelde geestelijke het bekrompen en hypocriete milieu onder de Bourbons, die na Napoleon de macht weer overnamen. De Kerk plaatst het boek op de Index, en zelfs een eeuw later werd het nog verboden, nu onder het regime van Franco in Spanje.
C. Joh. Kieviet
De zoon van Dik Trom: Het lijkt minder voor de hand te liggen, maar ook sommige kinderboeken werden ooit verboden. Het gebeurde bijvoorbeeld met De zoon van Dik Trom uit 1907. In 1941 wordt het boek op last van de bezetter verboden. Kieviet maakte het niet meer mee, hij was reeds in 1931 overleden. De reden voor het verbod was dat er een passage in voorkomt waarin de jongens een sneeuwbalgevecht houden, en daarbij spelen ze het Nederlandse en Duitse leger. Op een gegeven moment roept iemand: Weg met de Duitschers! Zelfs in latere drukken, lang na de oorlog, is deze passage nog geschrapt gebleven.
Jaroslav Hasek
De lotgevallen van de brave soldaat Svejk: Hasek was een schrijver die een losbandig leven leidde. Aan de drank, overspelig, oplichter, anarchist, maar ook journalist. Zijn tijd in het Oostenrijkse leger gedurende de Eerste Wereldoorlog vormt de basis voor De lotgevallen van de brave soldaat Svejk, dat in 1921 in afleveringen verschijnt. De regering in Praag verbiedt het, omdat het niet goed voor de moraal van de soldaten zou zijn. Later werd het werk ook door de nazi’s verboden, mede omdat Hasek fel anti-Duits was. In 1934 verschijnt een Exiluitgave in Moskou en Leningrad onder de titel Die Abenteuer des braven Soldaten Schwejk während des Weltkrieges.