Interview met Ben Boon over Armando
Verzamelen is een grote marteling
Door Vincent van de Vrede

Ben Boon verzamelt het werk van Armando. Met recht een veelzijdig kunstenaar te noemen: niet alleen schilder en tekenaar, maar ook schrijver, dichter, scenarist en zelfs muzikant. Hij heeft een grote staat van dienst in de kunst en de letteren. In Amersfoort staat een museum dat geheel aan hem gewijd is. In 2007 kwam het in het nieuws, toen een deel van de collectie verwoest werd door brand. Gelukkig zal het in de Elleboogkerk gevestigde museum binnenkort weer opengaan. Een gesprek met verzamelaar Ben Boon.

Hoe kwam u met het werk van Armando in aanraking?

‘Ik verzamelaar al vrij lang publicaties van en over Armando. Dat is een nogal veelzijdige geschiedenis, juist omdat Armando zo’n veelzijdig kunstenaar is. Tien jaar geleden verscheen een aan Armando gewijd boek, geschreven door J. Heymans. Dat draagt de titel Een boom. Daarin wordt het werk van Armando in maar liefst tien disciplines ingedeeld. Ik noem ze even op, dat geeft misschien een indruk: de schilder, de schrijver, de beschouwer, de dichter, de tekenaar, de verteller, de beeldhouwer, de redacteur, de toneelspeler en de muzikant. Hij schreef zelfs kinderboeken, zoals Dirk de dwerg en De prinses met de dikke bips. Enorm veel specialisaties dus! Maar wat ik zo knap vind, is dat Armando erin geslaagd is om op al die gebieden een toonaangevend kunstenaar te worden. En aangezien hij in 2009 tachtig is geworden, zou je wel mogen stellen dat hij een aardig volgroeide staat van dienst heeft. Armando spreekt mij dus onder meer aan door zijn veelzijdigheid. Maar ik heb nog steeds niet verteld hoe ik hem leerde kennen. Dat was een jaar of dertig geleden, toen ik al geruime tijd in Amsterdam woonde en veel galerieën bezocht. Op een gegeven moment viel mijn oog op een werk van Armando en dat zette mij ertoe aan om eens een catalogus over hem te kopen. Vanaf dat moment is mijn fascinatie voor zijn werk eigenlijk alleen maar gegroeid. Als verzamelaar kun je namelijk je hart ophalen met Armando als onderwerp, want er is zo vreselijk veel van en over die man verschenen. Zo zijn er bijvoorbeeld enorm veel krantenartikelen over hem, van over de hele wereld, want hij houdt overal tentoonstellingen.’

Hoe houdt u dan bij wat u al heeft, als het zoveel is?

‘Ik hanteer een kaartenbaksysteem waarin ik per item, boek of kunstvoorwerp een kaartje heb. Mijn dochter maakt van tijd tot tijd een uitdraai voor me van bijvoorbeeld Antiqbook, waarop ik dankzij mijn kaartenbaksysteem heel makkelijk kan bekijken wat ik wel en niet heb.’

Is er nu een rode draad aan te wijzen die door Armando’s werk loopt?

‘Daar kan ik wel wat over vertellen denk ik, maar laat ik het even inleiden. Armando werd in 1929 geboren en verhuisde op vijfjarige leeftijd naar Amersfoort, waar hij als opgroeiende jongen de oorlog meemaakte. Hij woonde in de buurt van Kamp Amersfoort, dat berucht is geworden door de nietsontziende wijze waarop de Duitsers daar met gevangenen omgingen. Armando maakte dat van dichtbij mee, wat op hem een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. De slechtheid van de mens, het kwaad, dat liet hem sindsdien niet meer los en dat werd tot een kernbegrip in zijn werk. Goede voorbeelden daarvan vormen werken die de titel Het schuldige landschap dragen. Schoonheid is niet pluis is een van zijn oneliners en dat verwijst ook weer naar datzelfde thema. Kijk naar die mooie Amersfoortse bossen, maar realiseer je tegelijk welke gruwelen zich daar in de oorlog afspeelde.’

Hoe bedoelt Armando dat: schuldig landschap, schuldige bossen?

‘De bossen hebben het zien gebeuren. Laat ik nog even citeren uit het eerder genoemde boek van Heymans: Allerhande afgrijselijke wreedheden ten tijde van de oorlog, bomen die desondanks zo schaamteloos waren om gewoon door te groeien, tot op de dag van vandaag. Ze verbloemen veel, zo niet alles, hun schoonheid is niet pluis. Daar heb je die kreet dus weer, maar dat is wel dé rode draad door Armando’s werk. In zijn schilderwerk maakt hij bijvoorbeeld veel gebruik van zwart en rood, al is hij sinds enkele jaren ook wel veel bezig met blauw en groen. Maar het ziet er altijd donker, zwart, puur expressionistisch uit. Dat heeft allemaal te maken met die oorlogservaring.


Verbitterd moet je hem overigens niet noemen. Toen hij in 1989 de Ganzenveer kreeg, heeft hij uitvoerig uitgelegd wat dat Schoonheid is niet pluis-thema nu betekent in zijn werk. Natuurlijk kunnen die bomen er niets aan doen dat er om hen heen gemoord wordt, maar het gaat Armando erom uit te leggen hoe krankzinnig tegenstrijdig het leven kan zijn: moord te midden van die lieflijke natuur. Armando worstelt daar continu mee. In een beroemd gedicht, Het gevecht, zie je dat bijvoorbeeld heel duidelijk. Hij verwerkt daarin overigens het bekende bijbelse thema van de worstelende Jakob die Israël wordt. Armando ziet het als allegorisch voor een gevecht met jezelf.’

Kunt u nog een ander thema noemen dat Armando typeert?

‘Macht. Dat komt op allerlei manieren tot uitdrukking. Een voorbeeld zijn de vele vlaggen die hij vaak in zijn werk uitbeeldt. Zwarte vlaggen waar het bloed van af druipt. Opmerkelijk is trouwens dat Armando in Berlijn woont, zeg maar in het hol van de leeuw voor iemand die nooit afscheid heeft kunnen nemen van de oorlog.

Los van deze kernthema’s zou ik ook een algemeen stijlkenmerk willen noemen. Armando streeft ernaar alleen het meest noodzakelijke weer te geven. Alles wat overbodig is wordt dan ook weggelaten. In zijn proza en poëzie komt dat duidelijk naar voren. Het is de taal op zijn zuiverst, eenvoudig, helder en onmiddellijk te begrijpen. Koel ook, onderkoeld haast. Ja, hij is in die zin een meester in het hanteren van de pen. Vaak is hij onderscheiden voor zijn taalgebruik. Alleen al om dat aspect zou je een liefhebber kunnen worden van zijn werk.

Zich afzetten tegen bestaande stromingen in de kunst en de letteren is ook iets wat de kunstenaar Armando typeert. Zo was hij de jaren zestig sterk avant-gardistisch georiënteerd en schopte hij tegen tal van heilige huisjes in de kunst aan. Hij was toen onder meer redacteur van De Nieuwe Stijl, een blad dat slechts twee nummers kende. Ook was hij medewerker van De Haagse Post en het befaamde Gard Sivik. Een van mijn mooiste aankopen is nog altijd een complete set met alle uitgaven van dat literaire blad, met allerlei bijlagen. Een tijdje geleden kwam er een facsimilenummer uit van De Haagse Post met alle Armando-bijdragen, nou dat heb ik natuurlijk meteen aangeschaft.’

Kunt u wat vertellen over Armando als acteur en musicus?

´Hij speelde in de jaren zestig in de door hem zelf geschreven voorstelling Herenleed, samen met Cherry Duyns. Dat waren op het oog nogal banale dialogen waarvan je als toeschouwer dacht: Wat moet ik hier nou mee? Maar daar was het Armando juist om te doen. Een beetje absurdistisch toneel.

Wat zijn muzikale bezigheden betreft, als kind wilde Armando al muzikant worden. Zijn vader stond dat niet toe en dus kwam het er niet meteen van. Later was hij wat geïnteresseerd in jazz, tot hij in aanraking kwam met zigeunermuziek. Daar bleek echt zijn passie te zitten. Zo heeft hij vele malen opgetreden met het zigeunerorkest van Tata Mirando. Hij is een verbeten violist. Ook heeft hij een schitterende cd gemaakt met zigeunermuziek. Die is met een prijs bekroond en zoals u begrijpt, heb ik die cd ook in mijn collectie.´

En qua kunst?

‘Bekend is zijn Werkman-monument in Groningen. Wat schilderijen en litho’s betreft zou ik willen noemen: De boom en De vlag. Aan de titels van veel werken worden de belangrijkste thema’s uit zijn werk duidelijk: Das Gewehr, Waffen, Fahne, Gevechtsfeld, Das Tor, Waldrand, Der Kopf.’

Knap dat hij zich op zoveel gebieden weet te onderscheiden.

´Ja, dat is enorm bijzonder! In het voorwoord van het boek Een boom van de eerder genoemde mijnheer Heymans, staat een mooie anekdote. Een toehoorder bij een concert van het Armandokwartet zegt, als hij Armando viool hoort spelen: Armando, dat is toch een schilder? Waarop zijn compaan zegt: Nee, dat is weer een ander! De een ziet er een zigeuner in, de ander een schilder en ga zo maar door. Op Armando raak je nooit uitgekeken. Wat ik zo knap aan hem vind is dat hij ook werkelijk op al die terreinen weet uit te blinken. Hij is echt een multitalent.´

Kunt u enkele boeken bespreken uit uw collectie?

´Laat ik allereerst even een interessante studie over Armando noemen. Een dissertatie van Trudie Favié getiteld Mijn schuld is niet van hier. Kijk, dat is ook weer zo’n mooie uitspraak van Armando. Deze studie gaat specifiek over zijn poëzie. Dan wat titels van hemzelf. De SS-ers, Nederlandse vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog is echt een sleutelwerk in Armando’s oeuvre. Hij schreef het in 1967 met Hans Sleutelaar. Het bevat interviews met Nederlandse SS-ers over het hoe en waarom van hun daden en keuzes. Ook over de oorlog gaat Dagboek van een dader uit 1973, Door ruwe heren en Aantekeningen over de vijand. Die laatste drie titels zijn niet per se journalistiek natuurgetrouw, maar geven wel Armando’s gevoelens en gedachten over de oorlog weer.

Andere interessante titels zijn Machthebbers, Krijgsgevoel en De straat en het struikgewas. In de bundel Dierenpraat laat Armando dieren spreken in korte, gekke verhalen. Denk maar een beetje aan Anton Koolhaas met zijn dierenverhalen.´

Wat heeft het verzamelen van Armando u gegeven?

‘Door zijn veelzijdigheid is een wereld voor mij opengaan. Ik heb veel van hem geleerd. Het verzamelen is daarbij een plezier op zich. Hoewel het eigenlijk een grote marteling is. Altijd klem tussen de hebzucht en de geldelijke middelen. Keuzes maken, dat is het lastigste! En tegelijk het mooie eraan.’