De Verzamelaar - Joost en Jacqueline Meeter

door Vincent van de Vrede

"De kick van verzamelen is dat je alles wilt hebben"

oost en Jacqueline Meeter verzamelen alles van jamfabriek De Betuwe uit Tiel, vooral bekend geworden door het stripfiguurtje Flipje, dat een belangrijke rol in de reclame van de fabriek speelde. De keuze voor De Betuwe als onderwerp voor een verzameling is niet toevallig: Joost groeide als kind op naast de fabriek en hij en zijn vrouw wonen al jaren in Tiel. Een gesprek met Joost, waarbij de nadruk ligt op de boekjes die De Betuwe uitgaf.

Hoe is de verzameling begonnen?

Ten eerste wonen wij in Tiel, waar de jamfabriek De Betuwe ook stond. Ik heb er naast gewoond, dus dan heb je sowieso al een binding met zo’n fabriek. Als kind kon ik de jam als het ware wel ruiken. Toch ben ik toen niet begonnen met verzamelen. Achteraf heb ik daar wel eens spijt van gehad, want ik had toen natuurlijk gemakkelijk veel spullen kunnen krijgen die nu soms best lastig te krijgen zijn. Maar goed, zo gaan die dingen. Als onderdeel van de reclamecampagne van de jamfabriek gaven ze onder meer Flipje uit. Die heb ik altijd heel leuk gevonden en zo’n zeven jaar geleden ben ik samen met mijn vrouw echt serieus begonnen met het verzamelen van Flipje. Laat ik hierbij even een persoonlijke anekdote vertellen over hoe mijn vrouw erbij betrokken raakte.

Een jaar of zeven geleden verkochten ze bij de VVV in Tiel nog glazen met Flipje erop, en toen ik mijn vrouw leerde kennen, dat was ook rond die tijd, heb ik haar eens een setje van die glazen gegeven als cadeau. Ik wist dat ze dat wel zou waarderen, want ze had zelf ook al dingen van Flipje. Het enthousiasme was geboren en duurt voort tot op de dag van vandaag! Al gauw wil je dan ook alles wat met de fabriek De Betuwe te maken heeft, en zo groeit je verzameling dan snel.

In Nederland kent iedereen boven de dertig, vijfendertig wel Flipje, want De Betuwe maakte veel reclame. Veel mensen hebben er dan ook iets van in huis: speldjes, boekjes, glazen, sleutelhangers, er werd van alles geproduceerd. We hadden zelf ook al wat voorwerpen en op een gegeven moment kom je dan eens op een rommelmarkt waar je nog meer spulletjes van Flipje vindt. Die koop je dan en zo breidt zich de verzameling steeds verder uit. Ook leer je al gauw andere verzamelaars kennen, bijvoorbeeld via beurzen, en dan kun je door uitwisseling je verzameling en kennis weer verder laten groeien."

Wat is er leuk aan het verzamelen van De Betuwe en Flipje?

Verzamelen op zich is al leuk, wat je ook doet. Het leuke van De Betuwe vind ik, is dat ze zo ontiegelijk veel reclamemateriaal hebben gemaakt en heel erg leuk en mooi bovendien. Neem nou de oude sprookjesboeken, waar hun echte reclame mee begon. Dat waren maar miniatuurboekjes van 4,5 bij 5,5 centimeter en vier bladzijden in totaal, maar die waren wel heel leuk en professioneel gemaakt. En dan praat je toch over 1910, 1915. Ze waren heel professioneel met hun reclame bezig, zeker voor die tijd. De creativiteit straalt er ook gewoon vanaf. Blikken, ansichtkaarten, boekjes. Ze hadden van alles. En tja, de kick van het verzamelen is natuurlijk dat je álles wilt hebben, je wilt compleet zijn. De speurtocht op weg daarnaar toe is ontzettend leuk."

U had het over sprookjesboeken. Kwam Flipje daar al in voor?

Nee, Flipje is pas in 1935 geïntroduceerd. Maar voor die tijd produceerde De Betuwe al heel veel reclamemateriaal, waarvan het bekendst misschien wel de boekjes zijn geweest. We kunnen dus duidelijk een periode voor en na Flipje onderscheiden in de geschiedenis van De Betuwe.

Kunt u daar wat meer over vertellen over de periode voor Flipje?

"Voor 1935 verschenen er drieëndertig series van boekjes. Elke serie bestond uit acht afleveringen. Ze begonnen met de sprookjesboekjes, die serie één en twee vormen. Die series bevatten dus elk acht sprookjes. Zo bestaat de tweede serie uit de volgende titels: Asschepoester, Ali Baba, Aladin, Jack en de Tooverboonen, De Betooverde Prins, Roodkapje, Moeder Gans en De Gelaarsde Kat.

Wat is nou zeldzaam van die series?


Van de eerste serie weten we dat deze uit acht sprookjes bestaat, maar hiervan kennen wij er twee niet, namelijk het vierde en achtste sprookje. We gaan er dus van uit, dat die het meest zeldzaam zijn. Nog nooit zijn we die tegengekomen. De sprookjes uit de eerste serie die we wel kennen, zijn ook behoorlijk gezocht trouwens, net als die van de tweede serie. Dat kost vaak nog een hoop geld voor iets van zo’n kleine omvang! De titels uit de eerste serie die bij ons bekend zijn, luiden in volgorde van verschijning Jack de Reuzendoder, Tom Duim, Schoontje en de Beer, De Schoone slaapster, Dick Whittington en Sneeuwwitje. Die boekjes zaten verpakt bij een pot jam, dus ze zijn klein en kwetsbaar. Het is aardig om te zien hoe De Betuwe in staat was, om in slechts vier bladzijden een heel sprookje te kunnen weergeven. Elk boekje eindigde met een reclame voor De Betuwe. De clue van elk sprookje is een beetje: uiteindelijk leefden ze nog lang en gelukkig met een product van De Betuwe. Want het voornaamste doel bleef uiteraard om reclame te maken en de verkoop te bevorderen.

Wat kwam er na de sprookjes?

De Betuwe-boekjes zijn eigenlijk de opvolger van de sprookjesboekjes en beginnen vanaf de derde serie boekjes die De Betuwe uitgaf. Deze bestaan ook uit vier bladzijden, ze zijn alleen een stuk groter: acht bij tien centimeter. Deze boekjes zijn duidelijk nog meer gericht op het reclame maken voor De Betuwe. Dat zie je al meteen op de voorkant van deze boekjes, waar meteen de naam van De Betuwe vermeld staat. Ook kan de titel van het boekje al naar de fabriek verwijzen, of komt de bedrijfsnaam voor op een bromfiets die in het boekje getekend is, enzovoort."

En welke zijn hiervan het meest gezocht?

De vroegste series, dus serie drie tot en met zeven. Even voor de duidelijkheid: serie één en twee waren dus zoals gezegd de sprookjesboekjes, die kosten het meest. Wij hebben nu zo’n honderdzeventig van die boekjes, dus het kostte al een hoop geld hè, voor die kleine boekjes. Wel is het zo dat hoe hoger het nummer, hoe goedkoper het wordt. Zo zakken de prijzen van boven de twintigste serie al tot ongeveer vijftien euro per boekje. In totaal, dus sprookjes- en Betuweboekjes samen, zijn er drieëndertig series uitgegeven in de tijd voor Flipje."

Doen jullie nog iets bijzonders met jullie verzameling, of is het alleen voor het hebben?

Nou, dat hangt een beetje af van de waarde van de spullen. De echt oude boekjes laten we gewoon in de map, maar de latere avonturen van Flipje, dat heeft onze zoon gewoon op zijn kamer liggen om in te lezen. We hoeven ook niet ten koste van alles iets te kopen. Verleden jaar zijn we honderd boekjes misgelopen, omdat deze meer kostten dan wij ervoor over hadden. Het meeste kopen we overigens via internet, daaraan ontkom je als verzamelaar niet tegenwoordig.

Wanneer verscheen Flipje voor het eerst?

In 1935 wil de fabriek zich onderscheiden van andere en laat deze een reclamefiguurtje bedenken, bedoeld om klanten aan te trekken. In de laatste twee series Betuweboekjes wordt dit figuurtje geïntroduceerd. In de eerste serie als een los figuurtje, dat op de laatste bladzijde op een muur getekend is. Dit noemen we de Oerflip. Daan Hoeksema heeft dit poppetje getekend. Het is houterig en bollig, heel anders dan de latere Flip die bekend is geworden, een figuurtje dat meer een jongetje is. In de allerlaatste serie Betuweboekjes beleeft Flipje dan zijn eerste avonturen. Deze werden getekend door H. Rotgans. Deze serie is heel erg gezocht.

Later nam Harmsen van der Beek het over. Hij maakt verhaaltjes van Flipje in de vorm van stroken. Deze staan dus helemaal los van Betuweboekjes. Deze stroken waren een meter lang en konden in de zogenaamde Flipposcoop getoond worden, een doosje met een lichtje waarin je de strook kon opdraaien, zodat er als het ware een filmpje verscheen. Dat lichtje was overigens niet noodzakelijk om de avonturen te kunnen zien. Later konden de stroken ook in een speciaal daarvoor bestemd boekje van oblongformaat geweven worden. Daarin kun je het oranje strokenboek onderscheiden, dat rond 1940 verscheen, en het blauwgrijze. Dat kwam rond 1947 uit.

Het koddige figuurtje Flipje bleek erg aan te slaan bij het publiek. Ik denk dat men daarom toen om tafel is gaan zitten en heeft vastgesteld, dat op de ingeslagen weg verdergegaan moest worden. Tekenaar Harmsen van Beek (de vader van dichteres Fritzi Harmsen van Beek, bekend van Geachte muizenpoot, red.) ontwikkelde Flipje verder. Dat is dus de Flipje geworden die bij het grote publiek bekend is geraakt. Van Beek maakte Flipje met zijn hele familie, iedereen dacht en werkte mee, het hele gezin was bezig met die boekjes. Ze zullen er ook goed aan hebben verdiend, want de serie is jarenlang zeer populair gebleven.

Tot 1955 verschijnen dan de avonturen van Flipje in strookjes. Daarna zijn er echt de herkenbare Flipje-spulletjes naar voren gekomen, zoals de speldjes en de sleutelhangers. Dat was vanaf 1960, toen De Betuwe werd overgenomen door Unilever. Dat concern had een andere visie op reclame maken.

Vanaf 1955 verschenen er overigens geen stroken meer, maar werden de avonturen van Flipje meteen als boekje uitgebracht, van ongeveer twintig, vijfentwintig centimeter. De dunne boekjes bestonden uit dezelfde verhaaltjes als de stroken, alleen nu opnieuw uitgebracht. Een boekje stond gelijk aan acht stroken. In totaal zijn er zesenveertig boekjes verschenen.

Wat boeit u nu in de avonturen van Flipje?

Ik heb ze toevallig de laatste tijd allemaal weer eens voorgelezen aan onze zoon, en wat me daarbij dan zo opviel, was dat alles zich ook nu zou kunnen afspelen. Natuurlijk was er toen nog niet al die moderne apparatuur, dus dat moet je even wegdenken, maar het kleine kattenkwaad dat Flipje en zijn vriendjes uithaalde spreekt ook nu nog kinderen aan, het is tijdloos. Het is dus erg leuk om die verhaaltjes voor te lezen en je ziet de kinderen ervan genieten. Ze onthouden er ook veel van en er zit (ook wel) een opvoedend karakter aan Flipje.

Zijn er nog gezochte boekjes uit die latere Flipje-boekjes?

Nee, daarvan is alles nog goed te verkrijgen, voor zelfs een paar euro al. Met een beetje geduld kun je zelfs veel boekjes nog in nieuwstaat vinden. De stroken, de Fliposcopen, dat vind je nog gewoon. Het is natuurlijk verzameld, en veel mensen waren erg zuinig op hun verzameling. Vooral kinderen. Op een gegeven moment komen die echter op een leeftijd dat de interesse voor Flipje wegvalt, en dan gaan die verzamelingen op zolder, waar het natuurlijk heel goed bewaard wordt. Immers, vaak kijkt er dan twintig jaar niemand meer naar om.

Heb je de verzameling al compleet?

Met de boekjes vorderen we aardig, maar alle andere producten van De Betuwe en de reclame die de jamfabriek heeft uitgegeven, daarvan zoeken we nog heel veel. De Betuwe heeft zoveel producten gehad, echt honderden. Wijnen, jam, stroop, bedenk het maar. En daarvoor werd ook allemaal reclame gemaakt. Het is in zekere zin dus bijna oneindig, wil je alles compleet hebben. Wat het bovendien wat moeilijk maakt, is dat zeker van de tijd voor Flipje niets is bijgehouden over wat er allemaal werd gemaakt en aan reclame werd gedaan. Geloof het of niet, maar de fabriek hield zelf niets bij.

Ligt daar niet een mooie uitdaging? Het maken van een goede inventaris?

Ja, ik wil dat wel doen, en wat we nu reeds hebben op onze site zetten, maar dan krijg je zoveel plaatjes dat de website te traag wordt. We zijn ook bezig met het aanleggen van een archief van onze verzameling, geschreven en op beeld. Veel staat ook al op onze site. Wie meer wil weten, kan altijd even een kijkje nemen: www.flipje-tiel.nl.

Bestaat Flipje eigenlijk nog?

Jazeker. Er komt zelfs een nieuw album uit, dat later dit jaar zal verschijnen. Uiteraard zal deze meteen een mooie plek in onze verzameling krijgen!





Zoek Flipje bij Antiqbook